Roestvast staal - rvs - inox
Roestvast staal is een hooggelegeerd staal dat een superieure corrosieweerstand heeft tegenover andere staalsoorten omdat het grote hoeveelheden chroom bevat. Roestvast staal kan tot 30 procent chroom bevatten, maar de meeste soorten bevatten ongeveer 10 procent.
Roestvast staal kan worden verdeeld in drie basisgroepen op basis van hun kristallijne structuur.
-
Ferritisch roestvast staal
-
Martensitisch roestvast staal
-
Austenitisch roestvast staal
Austenitisch roestvast staal
-
Meest bekende legering is type 304 met 18% chroom en 10% nikkel.
-
Austenitisch roestvast staal is niet-magnetisch.
-
Lasbaarheid is goed.
-
Structuur is niet hardbaar door afkoeling, daarom is voorverwarmen of een warmtebehandeling na het lassen niet nodig.
-
Austenitische staalsoorten hebben uitstekende corrosie- en hittebestendigheid met goede mechanische eigenschappen over een breed temperatuurbereik.
-
Molybdeen ( bij type 316 of A4 ) kan worden toegevoegd om de corrosieweerstand te verbeteren; bovendien kan het Cr-Ni-gehalte worden verhoogd.
De austenitische materiaalsoorten A1, A2 en A4 zijn in 3 sterkteklassen ingedeeld : 50, 70 en 80
Klasse 70 is standaard, met een treksterkte van 700N/mm2
RVS-A1
RVS-A1 (Austenitisch roestvast staal). RVS A1 is niet geschikt voor het gebruik in zuur-en chloorrijke omgevingen en zeewater.
# | Werkstofnr. | DIN | AISI |
---|---|---|---|
A1 | 1.4305 | X8CrNiS18-9 | 303 |
A1 | 1.4310 | X10CrNi18-8 | 301 |
Chemische samenstelling 1.4305 ( AISI 303 / A1 ) in % volgens DIN EN 10088-3
1.4305 | C | Si | Mn | P | S | Cr | Ni | N | Cu |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
min. | - | - | - | - | 0,15 | 17,0 | 8,0 | - | - |
max. | 0,1 | 1,0 | 2,0 | 0,045 | 0,35 | 19,0 | 10,0 | 0,1 | 1,0 |
Chemische samenstelling 1.4310 ( AISI 301 / A1 ) in % volgens DIN EN 10088-3
1.4310 | C | Si | Mn | P | S | Cr | Ni | Mo | N |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
min. | 0,05 | - | - | - | - | 16,0 | 6,0 | - | - |
max. | 0,15 | 2,0 | 2,0 | 0,045 | 0,015 | 19,0 | 9,5 | 0,8 | 0,1 |
RVS-A2
RVS-A2 (Austenitisch roestvast staal) is de meest gebruikte staalsoort uit de groep roestvaststaal. Dit wordt in de bevestigingsmiddelen, keukenbranche en voor vele andere industriële toepassingen gebruikt. RVS A2 is niet geschikt voor het gebruik in zuur-en chloorrijke omgevingen en zeewater.
# | Werkstofnr. | DIN | AISI | UNS |
---|---|---|---|---|
A2 | 1.4301 | X5CrNi18-10 | 304 | S 30400 |
Chemische samenstelling 1.4301 ( AISI 304 / A2 ) in % volgens DIN EN 10088-3
1.4301 | C | Si | Mn | P | S | Cr | Ni | N |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
min. | - | - | - | - | - | 17,5 | 8,0 | - |
max. | 0.07 | 1,0 | 2,0 | 0,045 | 0,03 | 19,5 | 10,5 | 0,1 |
RVS-A4
RVS-A4 (Austenitisch roestvast staal). RVS A4 is aanzienlijk beter geschikt voor het gebruik in zuur-en chloorrijke omgevingen en zeewater.
RVS-A4 is echter af te raden bij zeewater met temperaturen rond de 20 graden en meer. gebruik hiervan is tevens niet toegestaan bij zwembaden.
De corrosieweerstand is in deze gevallen niet voldoende.
# | Werkstofnr. | DIN | AISI |
---|---|---|---|
A4 | 1.4401 | X5CrNiMo17-12-2 | 316 |
Chemische samenstelling 1.4401 ( AISI 316 / A4 ) in % volgens DIN EN 10088-3
1.4401 | C | Si | Mn | P | S | Cr | Ni | Mo | N |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
min. | - | - | - | - | - | 16,5 | 10,0 | 2,0 | - |
max. | 0.07 | 1,0 | 2,0 | 0,045 | 0,03 | 18,5 | 13,0 | 2,5 | 0,1 |
RVS-C1 vlonderschroef
RVS-C1 vlonderschroeven (Martensitisch roestvast staal). RVS C1 is niet geschikt voor het gebruik in zuur-en chloorrijke omgevingen en zeewater.
RVS-C1 is hardbaar en licht magnetisch.
Niet toepasbaar voor vlonders in kustgebieden ( niet voldoende corrosieweestand ) en houtsoorten met hoog zuurgehalte. ( eiken, kastanje, douglas, western red cedar )
# | Werkstofnr. | DIN | AISI | UNS |
---|---|---|---|---|
C1 | 1.4006 | X12Cr13 | 410 | S 41000 |
Chemische samenstelling 1.4006 ( AISI 410 / C1 ) in % volgens DIN EN 10088-3
1.4006 | C | Si | Mn | P | S | Cr | Ni |
---|---|---|---|---|---|---|---|
min. | 0,08 | - | - | - | - | 11,5 | - |
max. | 0.15 | 1,0 | 1,5 | 0,04 | 0,015 | 13,5 | 0,75 |
Aanhaalmoment
Het aandraaimoment - of aanhaalmoment - is het moment (kracht x arm) waarmee je de bout mag aandraaien.
Door het aandraaien van een bout ontstaan spanningen in het materiaal van de bout en van de constructiedelen. Om te voorkomen dat deze spanningen leiden tot schade aan de schroefdraad en de te klemmen constructiedelen, of zelfs tot het breken van de bout, worden bouten met een vooraf bepaald aandraaimoment vastgedraaid.
Dit aandraaimoment wordt weergegeven in Newtonmeter (Nm).
Om dit in de praktijk te bepalen heb je een momentsleutel nodig, deze kun je instellen op het gewenst aanhaalmoment.
De voorspanning is de klemkracht in Newton (N) die nodig is om de constructiedelen tegen elkaar aandrukt te houden zodat deze delen niet ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. De voorspanning is o.a. afhankelijk van het aandraaimoment en het wrijvingscoëfficiënt van de bout.
wrijvingscoefficiënt µ 0,1 : bij gebruik van vast smeermiddel- was of pasta
wrijvingscoefficiënt µ 0,2 : bij gebruik van wasdispersie of olie
wrijvingscoefficiënt µ 0,3 : zonder smeermiddel
Aanhaalmoment, richtwaarden bij wrijvingscoefficiënt µ 0,1 volgens DIN EN ISO 3506
Voorspankracht Fv (kN) | Aanhaaldraaimoment Nm | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Klasse | 50 | 70 | 80 | 50 | 70 | 80 |
M 3 | 0,9 | 1 | 1,2 | 0,85 | 1 | 1,3 |
M 4 | 1,08 | 2,97 | 3,96 | 0,8 | 1,7 | 2,3 |
M 5 | 2,26 | 4,85 | 6,47 | 1,6 | 3,4 | 4,6 |
M 6 | 3,2 | 6,85 | 9,13 | 2,8 | 5,9 | 8 |
M 8 | 5,86 | 12,6 | 16,7 | 6,8 | 14,5 | 19,3 |
M 10 | 9,32 | 20 | 26,6 | 13,7 | 30 | 39,4 |
M 12 | 13,6 | 29,1 | 38,8 | 23,6 | 50 | 67 |
M 14 | 18,7 | 40 | 53,3 | 37,1 | 79 | 106 |
M 16 | 25,7 | 55 | 73,3 | 56 | 121 | 161 |